Een vorm van traumatherapie gericht op relationeel, hechtings- en ontwikkelingstrauma en ontwikkeld door Laurence Heller. Narm werkt met alle overlevingsstijlen waarmee we onze vroegste en vroege pijnlijke ervaringen op de achtergrond houden maar die ook zoveel symptomen en moeilijkheden in het contact met onszelf en anderen veroorzaken.

De spontane natuurlijke beweging in ieder mens is in de richting van verbinding met onszelf en anderen, hoever we ons ook hebben teruggetrokken, afgesloten of geïsoleerd, of hoe groot het trauma ook is dat we hebben opgelopen. Narm schept de omstandigheden waarin dit natuurlijke vermogen weer ruimte krijgt.

In de ontwikkeling van een kind spelen een aantal basisbehoeften zoals verbinding, afstemming, vertrouwen, autonomie, liefde en seksualiteit een rol. Veel emotionele klachten en problemen in de identiteit hebben hun bron in een verstoring van een of meer van deze basisbehoeften.

Narm integreert een psychodynamische en lichaamsgerichte benadering door in het hier en nu te werken en zich te richten op het voelen i.p.v. het verhaal.

Door het bewustzijn naar de gevoelens en sensaties te brengen die voelbaar zijn in het verwoorden van waar men tegenaan loopt, krijgen de teruggetrokken emoties ruimte.

Ook kunnen gedachten en bepaald gedrag onderzocht worden, zodat de dynamiek die hierin schuilt helder wordt en er verbinding ontstaat met de bijbehorende teruggetrokken emoties. Het hele proces van het helder krijgen en gaan voelen van de psychodynamiek en haar emoties, hierin ontmoet en gesteund worden, helpt het integreren van deze onverwerkte ervaringen. Op deze manier vinden we veiligheid in onszelf. Zo lossen de overleefstijlen op, wordt de levensenergie meer beschikbaar en herstelt de verbinding met de ander en onze omgeving.